P De Sonville
20-04-2005, 10:49
Kuismanen/Vosse pakken de volle buit
Het werd een bewogen tweede afspraak van de Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. De meeting werd opgesplitst in twee manches van 60 minuten, waarbij telkens tussen 15 en 45 minuten wedstrijd een verplichte rijderswissel moest worden doorgevoerd, maar er mocht niet worden bijgetankt. De uitvallers van de manche op zaterdag mochten op zondag terug achteraan aansluiten. Iets wat voor verschillende teams achteraf een welgekomen beslissing zou betekenen. De startopstelling van de tweede heat gebeurde volgens de uitslag van de eerste. De twee manches waren telkens een wedstrijd op zich, maar slechts voor halve punten. Al deze omstandigheden samen moesten uiteraard leiden tot een explosieve cocktail. En de weersomstandigheden zouden daarbij nog een handje helpen.
De eerste trainingsessie op vrijdag werd verreden in goede weersomstandigheden. De SRT-Corvette was alweer de snelste bolide van het veld. Marc Goossens reed ermee naar zijn achtste pole (2’19”093) in negen opeenvolgende wedstrijden. De GLPK-Viper van Longin/Kumpen moest een tweetal seconden inleveren. Beide Amerikaanse monsters reden vorig seizoen al snellere chrono’s, maar dan wel in betere weersomstandigheden. Op de tweede rij de Porsches biturbo van PSI (Menten/Bouvy) en RS Racing (Maes/Verbist) die verrassend de meerdere bleef van de tweede PSI-Porsche biturbo van Palttala/Van Sande. Zij moesten de derde rij delen met de ERG-Marcos LM600 van Virtanen/Weisenburger. Wauters/Wauters, Keen/Greensall, Noorman/Van Dongen en guests Moro/Kaufmann maakten de top10 rond. Pertti Kuismanen ging in Combes hard van de baan en de Finse crew had de handen vol om de Viper terug rijklaar te maken voor de tweede chronosessie op zaterdag. Ondanks de regen kon Vincent Vosse de Finse Viper daarin toch nog kwalificeren met een 19de tijd. Een bijna uitzichtloze situatie voor een sprint over één uur, zou je denken.
Gastrijder Wolfgang Kaufmann deed precies 15/100 sec. beter dan zijn merkgenoten Penders/Lamot, die officieel de snelste GTB-tijd te klokten. De Ultima van Qvick/Geoffroy klokte de derde chrono voor de Porsches van Schreurs/ Vanierschot, Vancraeynest/Dentant, De Laet/Vollebergh en de tweede Ultima van Derdaele/Verhoeven.
In de Divisie Toerisme was de MSE-Ford Mondeo (TA) verrassend de snelste trainer voor de BMW M3 van Moore/Cox (TB) en de BMW’s V8 van De Keersmaecker/Smets, Beliën/ Jakobs en Severich/Steinberg. Deze laatste zette in Zolder een knaltijd op de tabellen, maar moest het stellen met een motor die op zeven cilinders draaide.
De BMW van Van Der Kolk/Roelse en de Porsche van Gabriël/Snel raakten niet aan de start wegens motorproblemen. Ook de Audi TT kwam niet verder dan de opwarmingsronde.
De eerste manche werd verreden op een kletsnatte en bijna onberijdbare piste waarop verschillende toppers zich lieten verrassen door aquaplaning. Ook pole-sitter Marc Goossens ging in de start van de eerste manche onderuit en beschadigde de stuurinrichting van zijn Corvette. Longin nam de meute op sleeptouw, maar moest achteraf zijn meerdere erkennen in de Britse Stealth met een verrassende Philip Keen aan het roer en ook in een schitterende Vincent Vosse die na de sortie van Kuismanen tijdens de trainingen moest vertrekken op de 10de startrij. De GLPK-Viper kende elektrische problemen, verloor véél tijd in de pits en moest achteraf nog de handdoek werpen met defecte koplampen. Ook de Stealth moest richting pits toen zijn achterlichten alle dienst weigerden. Een eerste zege dus voor Kuismanen/Vosse voor de twee PSI-Porsches biturbo van Menten/Bouvy en Palttala/Van Sande. Maes toefde met zijn Porsche biturbo lang in vierde stelling tot hij eraf werd getikt door merkgenoot Penders. De broers Thiers werden mooi 4de en wonnen de GTB. Ook hier een onwaarschijnlijk verhaal. De West-Vlamingen stonden na de trainingen pas op een 45ste startplaats algemeen en 21ste in de Klasse GTB. Het team van Thiers vond het probleem niet en dacht al aan inpakken. Tot ze hulp kregen van Seikel Motorsport dat in Francorchamps aanwezig was in functie van de LMES. Een elektronisch probleem lag aan de basis en werd ter plaatse opgelost. Het resultaat was niet mis. Kurt & Hans Thiers gaven de herboren Porsche 996 RS de sporen en maakten maar liefst 41 plaatsen goed. De Ultima van Qvick/Geoffroy dook als tweede onder de geblokte vlag voor de Speedlover-Porsche GT3 van Verhoeven/Muytjens. Olivier Muytjens deed zijn reputatie als regenspecialist weer alle eer aan. Maar ook de Nederlander Verhoeven bewees dat hij in uitzonderlijke omstandigheden over een perfecte wagenbeheersing beschikt. First Motorsport verloor twee wagens in de strijd toen Wim Jeuris en Philip Cracco in deze moeilijke omstandigheden van de baan schoven. Evenwichtskunstenaar Neyens loodste de Ford Mondeo naar winst in Divisie Toerisme voor de BMW’s van De Keersmaecker/Smets en youngsters Haschke/Josten die de snelste schaatsers bleken in de Klasse TB. Vanina Ickx kon de MINI S3 lang aan de leiding houden in Divisie Toerisme en klokte razendsnelle chrono’s. Ze dook zelfs even de Top10 algemeen binnen. Maar ook zij werd verraden door de aquaplaning en ging in de vangrails. Pech ook voor de BMW’s V8 van Severich/Steinberg en Beliën/Jakobs. De Duitsers hadden last van een bewasemde voorruit, terwijl Jan Jakobs met de Beliën-BMW gedurende drie ronden in de zandbak vertoefde. Voor de tweede plaats in TB ontspon zich nog een mooi gevecht tussen de Belgium Racing BMW van Broodcooren/De Coster en het exemplaar van Meijers/Tieman. In de laatste ronde en bij een ultieme aanval van Tieman trok Michel De Coster aan het langste eind. De ex Van de Velde-BMW van De Hoen/Essers kreeg af te rekenen met elektrische problemen en verdween uit de wedstrijd. Marcus Palttala reed met de PSI Porsche biturbo de snelste wedstrijdronde en bleef hierbij maar liefst vier seconden onder de tijd van merkgenoten Bouvy/Menten en vijf eenheden vlugger dan Vosse en Maes die de derde en vierde chrono reden tijdens de wedstrijd.
Tijdens de tweede manche op zondagmorgen, die bijna letterlijk de mist inging, stonden ons een paar mooie inhaalraces te wachten van ondermeer Goossens/Hart, Kumpen/Longin, Greensall/Keen en Maes/Verbist, die helemaal achteraan in het veld stonden. Tijdens de start zaten er enorme gaten in het peloton wat erin resulteerde dat Marc Goossens pas 35 seconden na Vosse de startlijn passeerde. Eens die lijn gepasseerd kon de man uit Geel recht op het gas richting kopgroep.
Vosse kon zijn pole optimaal benutten, legde een moordend tempo op en had na vier ronden al een voorsprong van 31” op Bouvy (2de), 45” op Koen Wauters (3de) en hij zou 43 minuten later de Viper in winnende positie uit handen geven aan Kuismanen. Maar ondanks het feit dat Vosse er flink de pees oplegde, kon hij niet verhinderen dat Goossens als een kanonbal terugkwam en 4 tot 5 seconden per ronde inliep op de Viper, terwijl ook Longin/Kumpen terugvochten naar de derde plaats ten nadele van o.a. Menten/Bouvy en Wauters/Wauters. Ook Verbist/Maes en Greensall/ Keen lukten een indrukwekkende inhaalrace.
Op de koplopers (Goossens & Vosse) na was iedereen al komen pitten, en tegelijkertijd met die cruciale pilotenwissel kwam de safety car op de piste nadat Dentant van de baan donderde. Bijna 15 minuten bleef de safety car op de piste waardoor iedereen in de veronderstelling was dat men onder het safety car-regime zou gaan afvlaggen. Maar één minuut voor de geblokte vlag en met nog één ronde te gaan werd het peloton terug losgelaten. Hart moest nog langs een paar wagens laveren om tot bij Kuismanen te komen. De Nederlander deed nog een poging om de Viper aan de Source uit te remmen, maar kwam aan de finish een dikke seconde te kort om de Fin van zijn tweede zege op rij te houden. Menten liet zich door deze uitzonderlijke situatie nog verrassen door Kumpen die het podium vervolledigde. De broers Wauters werden verdienstelijk vijfde voor Palttala/Van Sande en Maes/Verbist die zich terugvochten vanuit 24ste stelling.
In GTB ging de zege ditmaal naar Penders/Lamot voor de Ultima van Qvick/Geoffroy en Schreurs/Vanierschot. Dit drietal vocht voor iedere meter en bleef tot aan de meet binnen de twee seconden.
In Divisie Toerisme was het een Duits BMW-onderonsje nadat stalgenoten Severich/ Steinberg en Haschke/Josten respectievelijk de snelste bleken in TA en TB. Voor Severich was het nog even schrikken toen het in de laatste ronde nog tot een aanrijding kwam en hij hinkend op drie wielen over de meet sukkelde. In TA mochten de G&A-BMW van De Keersmaecker/Smets en de MSE-Mondeo van Van Delm/Neyens mee op het podium, terwijl in TB de tweede plaats was weggelegd voor Ickx/Van de Velde voor het Britse duo Moore/Cox. Deze keer was het de SRT-Corvette met Marc Goossens die de snelste wedstrijdronde achter zijn naam zette met een chrono van 2’35”634 of twee seconden vlugger dan de latere winnaars Kuismanen/Vosse.
Na de wedstrijd was het zéér lang wachten alvorens de officiële uitslag werd vrijgegeven. Enkele teams hadden immers een klacht ingediend tegen de gevolgde procedure met de safety car en het gebruik van de lichten aan het einde van de pitstraat. Deze klacht werd achteraf onontvankelijk verklaard, waardoor de uitslag ongewijzigd blijft.
Het werd een bewogen tweede afspraak van de Mediagroup Van Dyck Belcar 2005. De meeting werd opgesplitst in twee manches van 60 minuten, waarbij telkens tussen 15 en 45 minuten wedstrijd een verplichte rijderswissel moest worden doorgevoerd, maar er mocht niet worden bijgetankt. De uitvallers van de manche op zaterdag mochten op zondag terug achteraan aansluiten. Iets wat voor verschillende teams achteraf een welgekomen beslissing zou betekenen. De startopstelling van de tweede heat gebeurde volgens de uitslag van de eerste. De twee manches waren telkens een wedstrijd op zich, maar slechts voor halve punten. Al deze omstandigheden samen moesten uiteraard leiden tot een explosieve cocktail. En de weersomstandigheden zouden daarbij nog een handje helpen.
De eerste trainingsessie op vrijdag werd verreden in goede weersomstandigheden. De SRT-Corvette was alweer de snelste bolide van het veld. Marc Goossens reed ermee naar zijn achtste pole (2’19”093) in negen opeenvolgende wedstrijden. De GLPK-Viper van Longin/Kumpen moest een tweetal seconden inleveren. Beide Amerikaanse monsters reden vorig seizoen al snellere chrono’s, maar dan wel in betere weersomstandigheden. Op de tweede rij de Porsches biturbo van PSI (Menten/Bouvy) en RS Racing (Maes/Verbist) die verrassend de meerdere bleef van de tweede PSI-Porsche biturbo van Palttala/Van Sande. Zij moesten de derde rij delen met de ERG-Marcos LM600 van Virtanen/Weisenburger. Wauters/Wauters, Keen/Greensall, Noorman/Van Dongen en guests Moro/Kaufmann maakten de top10 rond. Pertti Kuismanen ging in Combes hard van de baan en de Finse crew had de handen vol om de Viper terug rijklaar te maken voor de tweede chronosessie op zaterdag. Ondanks de regen kon Vincent Vosse de Finse Viper daarin toch nog kwalificeren met een 19de tijd. Een bijna uitzichtloze situatie voor een sprint over één uur, zou je denken.
Gastrijder Wolfgang Kaufmann deed precies 15/100 sec. beter dan zijn merkgenoten Penders/Lamot, die officieel de snelste GTB-tijd te klokten. De Ultima van Qvick/Geoffroy klokte de derde chrono voor de Porsches van Schreurs/ Vanierschot, Vancraeynest/Dentant, De Laet/Vollebergh en de tweede Ultima van Derdaele/Verhoeven.
In de Divisie Toerisme was de MSE-Ford Mondeo (TA) verrassend de snelste trainer voor de BMW M3 van Moore/Cox (TB) en de BMW’s V8 van De Keersmaecker/Smets, Beliën/ Jakobs en Severich/Steinberg. Deze laatste zette in Zolder een knaltijd op de tabellen, maar moest het stellen met een motor die op zeven cilinders draaide.
De BMW van Van Der Kolk/Roelse en de Porsche van Gabriël/Snel raakten niet aan de start wegens motorproblemen. Ook de Audi TT kwam niet verder dan de opwarmingsronde.
De eerste manche werd verreden op een kletsnatte en bijna onberijdbare piste waarop verschillende toppers zich lieten verrassen door aquaplaning. Ook pole-sitter Marc Goossens ging in de start van de eerste manche onderuit en beschadigde de stuurinrichting van zijn Corvette. Longin nam de meute op sleeptouw, maar moest achteraf zijn meerdere erkennen in de Britse Stealth met een verrassende Philip Keen aan het roer en ook in een schitterende Vincent Vosse die na de sortie van Kuismanen tijdens de trainingen moest vertrekken op de 10de startrij. De GLPK-Viper kende elektrische problemen, verloor véél tijd in de pits en moest achteraf nog de handdoek werpen met defecte koplampen. Ook de Stealth moest richting pits toen zijn achterlichten alle dienst weigerden. Een eerste zege dus voor Kuismanen/Vosse voor de twee PSI-Porsches biturbo van Menten/Bouvy en Palttala/Van Sande. Maes toefde met zijn Porsche biturbo lang in vierde stelling tot hij eraf werd getikt door merkgenoot Penders. De broers Thiers werden mooi 4de en wonnen de GTB. Ook hier een onwaarschijnlijk verhaal. De West-Vlamingen stonden na de trainingen pas op een 45ste startplaats algemeen en 21ste in de Klasse GTB. Het team van Thiers vond het probleem niet en dacht al aan inpakken. Tot ze hulp kregen van Seikel Motorsport dat in Francorchamps aanwezig was in functie van de LMES. Een elektronisch probleem lag aan de basis en werd ter plaatse opgelost. Het resultaat was niet mis. Kurt & Hans Thiers gaven de herboren Porsche 996 RS de sporen en maakten maar liefst 41 plaatsen goed. De Ultima van Qvick/Geoffroy dook als tweede onder de geblokte vlag voor de Speedlover-Porsche GT3 van Verhoeven/Muytjens. Olivier Muytjens deed zijn reputatie als regenspecialist weer alle eer aan. Maar ook de Nederlander Verhoeven bewees dat hij in uitzonderlijke omstandigheden over een perfecte wagenbeheersing beschikt. First Motorsport verloor twee wagens in de strijd toen Wim Jeuris en Philip Cracco in deze moeilijke omstandigheden van de baan schoven. Evenwichtskunstenaar Neyens loodste de Ford Mondeo naar winst in Divisie Toerisme voor de BMW’s van De Keersmaecker/Smets en youngsters Haschke/Josten die de snelste schaatsers bleken in de Klasse TB. Vanina Ickx kon de MINI S3 lang aan de leiding houden in Divisie Toerisme en klokte razendsnelle chrono’s. Ze dook zelfs even de Top10 algemeen binnen. Maar ook zij werd verraden door de aquaplaning en ging in de vangrails. Pech ook voor de BMW’s V8 van Severich/Steinberg en Beliën/Jakobs. De Duitsers hadden last van een bewasemde voorruit, terwijl Jan Jakobs met de Beliën-BMW gedurende drie ronden in de zandbak vertoefde. Voor de tweede plaats in TB ontspon zich nog een mooi gevecht tussen de Belgium Racing BMW van Broodcooren/De Coster en het exemplaar van Meijers/Tieman. In de laatste ronde en bij een ultieme aanval van Tieman trok Michel De Coster aan het langste eind. De ex Van de Velde-BMW van De Hoen/Essers kreeg af te rekenen met elektrische problemen en verdween uit de wedstrijd. Marcus Palttala reed met de PSI Porsche biturbo de snelste wedstrijdronde en bleef hierbij maar liefst vier seconden onder de tijd van merkgenoten Bouvy/Menten en vijf eenheden vlugger dan Vosse en Maes die de derde en vierde chrono reden tijdens de wedstrijd.
Tijdens de tweede manche op zondagmorgen, die bijna letterlijk de mist inging, stonden ons een paar mooie inhaalraces te wachten van ondermeer Goossens/Hart, Kumpen/Longin, Greensall/Keen en Maes/Verbist, die helemaal achteraan in het veld stonden. Tijdens de start zaten er enorme gaten in het peloton wat erin resulteerde dat Marc Goossens pas 35 seconden na Vosse de startlijn passeerde. Eens die lijn gepasseerd kon de man uit Geel recht op het gas richting kopgroep.
Vosse kon zijn pole optimaal benutten, legde een moordend tempo op en had na vier ronden al een voorsprong van 31” op Bouvy (2de), 45” op Koen Wauters (3de) en hij zou 43 minuten later de Viper in winnende positie uit handen geven aan Kuismanen. Maar ondanks het feit dat Vosse er flink de pees oplegde, kon hij niet verhinderen dat Goossens als een kanonbal terugkwam en 4 tot 5 seconden per ronde inliep op de Viper, terwijl ook Longin/Kumpen terugvochten naar de derde plaats ten nadele van o.a. Menten/Bouvy en Wauters/Wauters. Ook Verbist/Maes en Greensall/ Keen lukten een indrukwekkende inhaalrace.
Op de koplopers (Goossens & Vosse) na was iedereen al komen pitten, en tegelijkertijd met die cruciale pilotenwissel kwam de safety car op de piste nadat Dentant van de baan donderde. Bijna 15 minuten bleef de safety car op de piste waardoor iedereen in de veronderstelling was dat men onder het safety car-regime zou gaan afvlaggen. Maar één minuut voor de geblokte vlag en met nog één ronde te gaan werd het peloton terug losgelaten. Hart moest nog langs een paar wagens laveren om tot bij Kuismanen te komen. De Nederlander deed nog een poging om de Viper aan de Source uit te remmen, maar kwam aan de finish een dikke seconde te kort om de Fin van zijn tweede zege op rij te houden. Menten liet zich door deze uitzonderlijke situatie nog verrassen door Kumpen die het podium vervolledigde. De broers Wauters werden verdienstelijk vijfde voor Palttala/Van Sande en Maes/Verbist die zich terugvochten vanuit 24ste stelling.
In GTB ging de zege ditmaal naar Penders/Lamot voor de Ultima van Qvick/Geoffroy en Schreurs/Vanierschot. Dit drietal vocht voor iedere meter en bleef tot aan de meet binnen de twee seconden.
In Divisie Toerisme was het een Duits BMW-onderonsje nadat stalgenoten Severich/ Steinberg en Haschke/Josten respectievelijk de snelste bleken in TA en TB. Voor Severich was het nog even schrikken toen het in de laatste ronde nog tot een aanrijding kwam en hij hinkend op drie wielen over de meet sukkelde. In TA mochten de G&A-BMW van De Keersmaecker/Smets en de MSE-Mondeo van Van Delm/Neyens mee op het podium, terwijl in TB de tweede plaats was weggelegd voor Ickx/Van de Velde voor het Britse duo Moore/Cox. Deze keer was het de SRT-Corvette met Marc Goossens die de snelste wedstrijdronde achter zijn naam zette met een chrono van 2’35”634 of twee seconden vlugger dan de latere winnaars Kuismanen/Vosse.
Na de wedstrijd was het zéér lang wachten alvorens de officiële uitslag werd vrijgegeven. Enkele teams hadden immers een klacht ingediend tegen de gevolgde procedure met de safety car en het gebruik van de lichten aan het einde van de pitstraat. Deze klacht werd achteraf onontvankelijk verklaard, waardoor de uitslag ongewijzigd blijft.