Sennake
14-05-2003, 11:55
In de "Motorsport" van april 2003 staat een fantastisch artikel over de dingen des levens die F1 gemaakt groot gemaakt hebben. Ik heb dus zeker niet de pretentie om te beweren dat ik ze uitgevonden heb. Maar dat betekent niet dat ik me er niet zou kunnen bij aansluiten. Daarom licht ik er 20 uit die het meest bij mijn nostalgische gevoelens aansluiten, en dan kan het mijmeren over die 20 dingen in deze thread beginnen...
[list=1]
Monza zonder chicanes : het was gekkenwerk en méér dan een beetje gevaarlijk, maar het was ook racen op zijn spannendst. De Italiaanse GP's van 1953, '65, '67, '68, '69 en '71 bezaten meer inhaalmaneuvers dan in sommige volledige recente seizoenen samen. Het moderne Monza is nog steeds erg snel maar er is geen "eb- en vloedbeweging" meer zoals vroeger.
Dikke vette slicks : de "dragster" banden van de '70-er jaren zagen er niet alleen geweldig uit, maar voorzagen de piloten ook van meer dan voldoende progressieve grip waarmee ze de fans verbluften, in tegenstelling tot de moderne, smalle, gegroefde dingen. Zou Goodyear zijn oude mallen nergens meer liggen hebben?
Gilles Villeneuve : iedereen hield van Gilles. Zelfs wie vond dat hij te hoog ingeschat werd door zijn fans. Want hij sprak over zijn sport met een oprechtheid en een passie die zelfs toen erg verfrissend was, en rijden deed hij als ware hij de duivel himself. Hij reed altijd op de limiet - soms erover - maar je had altijd het gevoel dat hij in staat was zijn wagen terug op het goede spoor te krijgen. Meer dan de man alleen stierf op de dag dat hij hierin faalde.
Vonken : waar is de tijd dat we echte "douches" van vonken zagen als het titanium het asfalt raakte? Dit spektakel kon zelfs een saaie race ophemelen en zou moeten heringevoerd worden - zelfs kunstmatig aangebracht indien nodig.
Nigel Mansell's aanvallen : ok, hij verknoeide er af en toe wel wat - misschien wel meer dan af en toe - maar wat een showman! Geef hem een "verloren zaak" en wat nieuw rubber, en je wist op voorhand dat je een half uur serieuze toewijding en opwinding te zien zou krijgen. De man was een absolute ster - in de wagen. En dat is waar autoracen uiteindelijk om gaat.
Fotografen op de apex : hedendaagse fotografen zitten meestal goed beschermd achter een muur of vangrail en vrij ver van de actie verwijderd. Een schril contrast met de horde fotografen die over een metselwerk-muurtje leunden in Copse Corner; hun lenzen mogen dan al kort geweest zijn, zijzelf stonden er met hun neus op en niemand die hen daar kon wegbranden. Zo is er bijvoorbeeld een foto van Jim Clark waarop hij lijkt te zingen terwijl hij voorbij raast. In werkelijkheid is hij aan het vloeken op fotograaf Michael Cooper, die gewoon met zijn rechtervoet OP de racelijn stond!
4-3-4 startgrids : niet te begrijpen hoe ze het deden - al dat metaal in zo'n kleine ruimte proppen - maar toch deden ze het. En de officials stonden doodleuk naast de baan in het gras tijdens de start. "Geen nood, deze jongens zijn goede piloten. Ze weten wat ze doen." Dat moet wel waar zijn!
http://8w.forix.com/b2tn-998.jpg
Mauro Forghieri : zeer lang aan het hoofd van de technische afdeling van Ferrari, en hij was waarschijnlijk de laatste man die in staat was om ELK onderdeel van een GP-wagen te ontwerpen. Zeer expressief, af en toe onmogelijk om mee samen te werken, en hij zou nooit in het huidige Ferrari-team inpassen. Dat betekent niet dat hij verkeerd was, hij was enkel anders.
Remstof op de pilotengezichten : waarschijnlijk niet erg gezond, maar het zorgde wel voor een soort van "oorlogsstrepen" als de uitgeputte maar uitzinnige winnaar op het podium klom om zijn trofee in ontvangst te nemen, en daarbij de wang van een pitspoes bevuilde bij het kussen. Het dwingt respect af dat Schumacher uit zijn wagen klimt en zo fris op het podium springt, maar als beeld is het nét iets teveel "want ik ben het waard".
Senna versus Prost : F1's meest Wagneriaans duel aller tijden. 2 legendes in één van de beste wagens ooit gebouwd, en vrijheid van meningsuiting. Speelde het een rol dat McLaren alle GP's tussen 1988 en 1989 (op 5 na) won? Niet echt. Om eerlijk te zijn maakte het niet uit wie toen de titel won, we waren gewoon blij dat we het mochten meemaken. Toen Prost naar Ferrari ging was het iets minder, maar toch was het nog steeds een "clash of the titans" tussen pygmeeën.
Fleetwood Mac's "The chain" : ok, neurie de tune eens die het F1-tv programma op de Britse zenders voorafging. Ik wacht. Dow, der, der, der, da, na, da, na, da, dow. Dat waren nog eens tijden!
Piloten die lauwerkransen droegen op het podium : ze moeten een ton gewogen hebben op hun schouders, maar het zag er goed uit, ze waren een sterke link met het verleden en benadrukten de gladiator-achtige natuur van de sport. Maar de sponsors vonden het maar niks omdat ze hun reclame-logo's bedekten. En zo verdween deze traditie uit de F1.
Nummer 27 : begon betekenis te krijgen met Jones en Williams in 1978, werd onsterfelijk toen Villeneuve hem meenam in zijn graf in '82. Daarna werd het nog gedragen door Tambay, Alboreto, Mansell, Senna, Prost en Alesi. Maar het is in onbruik geraakt sinds 1996, toen de nummering in de F1 logischer werd, t.t.z. saaier.
Spaghetti-uitlaten : ook vandaag de dag zijn ze nog steeds een meesterwerk - alleen kan je ze niet meer zien. Het lijkt zonde om zoveel moeite te doen als je ze niet achterin een open F1 gaat steken waar iedereen ze kan zien.
Slipstreaming : niet alleen toegepast in Monza - elke rechte lijn leidde in de jaren '60 tot deze puntje-van-je-stoel tactiek, waardoor de wagens met minder vermogen in staat waren om in het spoor te blijven van de koplopers. En het was een subtiele kunst, waarmee je de motor en brandstof spaarde, en die natuurlijk een pak inhaalmaneuvers creëerde. Dit alles was natuurlijk vóórdat "lucht" een "vuil" woord was.
Simpele helmmotieven : Michael Schumacher is geniaal; zijn helmdesign is affreus, een samenraapsel van slechte smaak in airbrush-kunst. Hij verdient beter - dat geldt trouwens voor de meeste moderne piloten. Als er iets goed is aan het vertrek van Eddie Irvine uit de F1, is het dat we niet langer zijn verschrikking van een helmdesign moeten aanschouwen. Vreemd eigenlijk, want zijn originele oranje Senna-tribuut was nog zo slecht niet. Jongens, hoe simpeler hoe beter, hoe memorabeler ook, en hoe beter in de markt. Voila, dat laatste zou het moeten doen.
Goudkleurige wielen op Ferrari's : hoe kan de Scuderia de wagen van vorig jaar nog verbeteren? Schroef er blinkende gouden wielen op! Laat ons eerlijk zijn, de 1973 Ferrari B3 was een absolute mislukking maar het zag er nog altijd goed uit dank zij zijn gouden wielen. Eigenlijk zou Ferrari helemaal naar vroeger moeten terugkeren en de 2003-wagen terug in het originele scharlaken rood zetten in plaats van het TV-vriendelijke Marlboro-fluo-rood.
Metalen schijfremmen : langere remafstanden betekenen meer mogelijkheden om in te halen. 't Ish nie moeilijk, 't ish gemakkelijk!
Ayrton Senna's kwalificatieronden : ze benaderden het spirituele. Zo intens dat Ayrton in de race soms om schrik van te krijgen was - maar in kwalificatie was zijn snelheid absoluut puur. Schumacher zal zijn pole-record wellicht nog breken, maar hij zal nooit de gedrevenheid van Ayrton evenaren, want niemand wou de pole liever dan de Braziliaan.
Chapman's gooien met de pet : een zwart ding dat hoog in de lucht vloog om een nieuwe Lotus-overwinning te vieren. Oh, en tegen dat dat gebeurde stond hij al halfweg de baan natuurlijk.
[/list=1]
[list=1]
Monza zonder chicanes : het was gekkenwerk en méér dan een beetje gevaarlijk, maar het was ook racen op zijn spannendst. De Italiaanse GP's van 1953, '65, '67, '68, '69 en '71 bezaten meer inhaalmaneuvers dan in sommige volledige recente seizoenen samen. Het moderne Monza is nog steeds erg snel maar er is geen "eb- en vloedbeweging" meer zoals vroeger.
Dikke vette slicks : de "dragster" banden van de '70-er jaren zagen er niet alleen geweldig uit, maar voorzagen de piloten ook van meer dan voldoende progressieve grip waarmee ze de fans verbluften, in tegenstelling tot de moderne, smalle, gegroefde dingen. Zou Goodyear zijn oude mallen nergens meer liggen hebben?
Gilles Villeneuve : iedereen hield van Gilles. Zelfs wie vond dat hij te hoog ingeschat werd door zijn fans. Want hij sprak over zijn sport met een oprechtheid en een passie die zelfs toen erg verfrissend was, en rijden deed hij als ware hij de duivel himself. Hij reed altijd op de limiet - soms erover - maar je had altijd het gevoel dat hij in staat was zijn wagen terug op het goede spoor te krijgen. Meer dan de man alleen stierf op de dag dat hij hierin faalde.
Vonken : waar is de tijd dat we echte "douches" van vonken zagen als het titanium het asfalt raakte? Dit spektakel kon zelfs een saaie race ophemelen en zou moeten heringevoerd worden - zelfs kunstmatig aangebracht indien nodig.
Nigel Mansell's aanvallen : ok, hij verknoeide er af en toe wel wat - misschien wel meer dan af en toe - maar wat een showman! Geef hem een "verloren zaak" en wat nieuw rubber, en je wist op voorhand dat je een half uur serieuze toewijding en opwinding te zien zou krijgen. De man was een absolute ster - in de wagen. En dat is waar autoracen uiteindelijk om gaat.
Fotografen op de apex : hedendaagse fotografen zitten meestal goed beschermd achter een muur of vangrail en vrij ver van de actie verwijderd. Een schril contrast met de horde fotografen die over een metselwerk-muurtje leunden in Copse Corner; hun lenzen mogen dan al kort geweest zijn, zijzelf stonden er met hun neus op en niemand die hen daar kon wegbranden. Zo is er bijvoorbeeld een foto van Jim Clark waarop hij lijkt te zingen terwijl hij voorbij raast. In werkelijkheid is hij aan het vloeken op fotograaf Michael Cooper, die gewoon met zijn rechtervoet OP de racelijn stond!
4-3-4 startgrids : niet te begrijpen hoe ze het deden - al dat metaal in zo'n kleine ruimte proppen - maar toch deden ze het. En de officials stonden doodleuk naast de baan in het gras tijdens de start. "Geen nood, deze jongens zijn goede piloten. Ze weten wat ze doen." Dat moet wel waar zijn!
http://8w.forix.com/b2tn-998.jpg
Mauro Forghieri : zeer lang aan het hoofd van de technische afdeling van Ferrari, en hij was waarschijnlijk de laatste man die in staat was om ELK onderdeel van een GP-wagen te ontwerpen. Zeer expressief, af en toe onmogelijk om mee samen te werken, en hij zou nooit in het huidige Ferrari-team inpassen. Dat betekent niet dat hij verkeerd was, hij was enkel anders.
Remstof op de pilotengezichten : waarschijnlijk niet erg gezond, maar het zorgde wel voor een soort van "oorlogsstrepen" als de uitgeputte maar uitzinnige winnaar op het podium klom om zijn trofee in ontvangst te nemen, en daarbij de wang van een pitspoes bevuilde bij het kussen. Het dwingt respect af dat Schumacher uit zijn wagen klimt en zo fris op het podium springt, maar als beeld is het nét iets teveel "want ik ben het waard".
Senna versus Prost : F1's meest Wagneriaans duel aller tijden. 2 legendes in één van de beste wagens ooit gebouwd, en vrijheid van meningsuiting. Speelde het een rol dat McLaren alle GP's tussen 1988 en 1989 (op 5 na) won? Niet echt. Om eerlijk te zijn maakte het niet uit wie toen de titel won, we waren gewoon blij dat we het mochten meemaken. Toen Prost naar Ferrari ging was het iets minder, maar toch was het nog steeds een "clash of the titans" tussen pygmeeën.
Fleetwood Mac's "The chain" : ok, neurie de tune eens die het F1-tv programma op de Britse zenders voorafging. Ik wacht. Dow, der, der, der, da, na, da, na, da, dow. Dat waren nog eens tijden!
Piloten die lauwerkransen droegen op het podium : ze moeten een ton gewogen hebben op hun schouders, maar het zag er goed uit, ze waren een sterke link met het verleden en benadrukten de gladiator-achtige natuur van de sport. Maar de sponsors vonden het maar niks omdat ze hun reclame-logo's bedekten. En zo verdween deze traditie uit de F1.
Nummer 27 : begon betekenis te krijgen met Jones en Williams in 1978, werd onsterfelijk toen Villeneuve hem meenam in zijn graf in '82. Daarna werd het nog gedragen door Tambay, Alboreto, Mansell, Senna, Prost en Alesi. Maar het is in onbruik geraakt sinds 1996, toen de nummering in de F1 logischer werd, t.t.z. saaier.
Spaghetti-uitlaten : ook vandaag de dag zijn ze nog steeds een meesterwerk - alleen kan je ze niet meer zien. Het lijkt zonde om zoveel moeite te doen als je ze niet achterin een open F1 gaat steken waar iedereen ze kan zien.
Slipstreaming : niet alleen toegepast in Monza - elke rechte lijn leidde in de jaren '60 tot deze puntje-van-je-stoel tactiek, waardoor de wagens met minder vermogen in staat waren om in het spoor te blijven van de koplopers. En het was een subtiele kunst, waarmee je de motor en brandstof spaarde, en die natuurlijk een pak inhaalmaneuvers creëerde. Dit alles was natuurlijk vóórdat "lucht" een "vuil" woord was.
Simpele helmmotieven : Michael Schumacher is geniaal; zijn helmdesign is affreus, een samenraapsel van slechte smaak in airbrush-kunst. Hij verdient beter - dat geldt trouwens voor de meeste moderne piloten. Als er iets goed is aan het vertrek van Eddie Irvine uit de F1, is het dat we niet langer zijn verschrikking van een helmdesign moeten aanschouwen. Vreemd eigenlijk, want zijn originele oranje Senna-tribuut was nog zo slecht niet. Jongens, hoe simpeler hoe beter, hoe memorabeler ook, en hoe beter in de markt. Voila, dat laatste zou het moeten doen.
Goudkleurige wielen op Ferrari's : hoe kan de Scuderia de wagen van vorig jaar nog verbeteren? Schroef er blinkende gouden wielen op! Laat ons eerlijk zijn, de 1973 Ferrari B3 was een absolute mislukking maar het zag er nog altijd goed uit dank zij zijn gouden wielen. Eigenlijk zou Ferrari helemaal naar vroeger moeten terugkeren en de 2003-wagen terug in het originele scharlaken rood zetten in plaats van het TV-vriendelijke Marlboro-fluo-rood.
Metalen schijfremmen : langere remafstanden betekenen meer mogelijkheden om in te halen. 't Ish nie moeilijk, 't ish gemakkelijk!
Ayrton Senna's kwalificatieronden : ze benaderden het spirituele. Zo intens dat Ayrton in de race soms om schrik van te krijgen was - maar in kwalificatie was zijn snelheid absoluut puur. Schumacher zal zijn pole-record wellicht nog breken, maar hij zal nooit de gedrevenheid van Ayrton evenaren, want niemand wou de pole liever dan de Braziliaan.
Chapman's gooien met de pet : een zwart ding dat hoog in de lucht vloog om een nieuwe Lotus-overwinning te vieren. Oh, en tegen dat dat gebeurde stond hij al halfweg de baan natuurlijk.
[/list=1]