P De Sonville
19-10-2004, 22:51
Corvette alweer pech met Safety Car
Afgelopen zondag werd in het kader van de Belcar Masters op Circuit Zolder de laatste manche verreden van de Mediagroup Van Dyck Belcar 2004. En deze is zeker niet onopgemerkt voorbijgegaan. Een massale crash tijdens de start, een verraderlijke piste en twee neutralisaties waren enkele van de ingrediënten van deze pikante cocktail. Ook weer een ‘net niet’ voor de SRT-Corvette die ten koste van alles het seizoen met een overwinning wou afsluiten. Maar het is alsof er een vloek rust op het blauwe Amerikaanse monster van SRT-Racing.
“Telkens als we meedingen voor de overwinning hebben we pech met één of meerdere safety car-procedures”, analyseert een zichtbaar ontgoochelde SRT-baas, Patrick Selleslagh, een gedeelte van het seizoen. “Eerst tijdens de Spa Euro Race, dan bij het Racing Festival, en nu vandaag opnieuw. Ik weet dat het reglement voor iedereen hetzelfde is, maar we geven hier onvrijwillig twee tot drie overwinningen zomaar uit handen”.
Ondanks het feit dat Franz Lamot tijdens de eerste trainingen de Corvette zwaar in de muur plantte, kon de SRT-crew de wagen terug deftig op zijn poten zetten zodat Marc Goossens voor de zesde maal dit seizoen de Corvette op de pole kon parkeren. Lamot liep bij zijn uitstap enkele kneuzingen op en werd vervangen door teambaas Patrick Selleslagh.
Meteen een streep door de rekening van Bert Longin die nog een pole en een snelste wedstrijdronde op zijn actief moest krijgen om op gelijke hoogte te komen met Anthony Kumpen voor de Wisselbeker Mediagroup Van Dyck Belcar 2004. En dat er voor de pole hard gefietst werd, is overduidelijk, want niet alleen de Corvette, maar ook de Vipers van Kumpen/Longin en Hart/Huisman doken onder de magische grens van 1’30”.
In GTB waren titelpretendenten Lambert/Lefort (Porsche GT3 RS) de snelste trainers voor hun verrassend sterke merkgenoten Ceusters/Jacobs, de Ultima van Belgium Racing (Derdaele/Empsen), de Porsche van Thiers – die hun RS-motor tijdens de vrije training in de poeier draaiden – en de tweede Ultima van Qvick Motors Racing.
In Divisie Toerisme stond naar goede gewoonte de BMW V8 van Severich/ Kenis (TA) op de pole voor G&A-teammakkers Smets/De Keersmaeker (TA), Moore/Cox (TB) en het kersverse kampioenenduo Beliën/Jakobs (TA).
Van Delm/Neyens moesten vanuit de stands vertrekken nadat Peter Van Delm tijdens de trainingen de Mondeo in het decor parkeerde.
En het zou een woelige en nerveuze race worden. Net voor het doven van het rode licht bleek dat polesitter Goossens er een erg lage aanloopsnelheid op nahield, terwijl een paar rijen verder al enkele jongens zoals gebruikelijk recht op het gas stonden.
Uiteraard bepaalt de polesitter de snelheid bij een rollende start. Maar meestal ligt die wat hoger, met als resultaat dat er zich ditmaal een carambolage voordeed in het peloton. Voornaamste slachtoffers van dit voorval waren de Porsches van RTM (Penders/Dujardyn), Speedlover (Tonet/Verhoeven), de broers Thiers, Markant (De Laet/ Vollebergh), de BMW van Kenis/Severich en de Stealth van Van Moerkerke/De Drijver. Olie op de baan en het feit dat een paar ronden verder ook Van Sande van de baan keilde en Hart door de kattenbak ging, besloot men de Safety Car op de baan de sturen.
Na de eerste neutralisatie ging Marc Goossens recht op het gaspedaal staan en hij bouwde een mooie voorsprong uit op de concurrentie. Longin volgde als eerste, maar na een stuurfoutje in het kanaalgedeelte moest hij in de Viper van David Hart zijn meerdere erkennen. Een verrassende Bart Couwbergs gaf de RTM-Porsche biturbo de sporen en vocht een mooi duel uit met merkgenoot Fred Bouvy (PSI), terwijl de Viper van Kuismanen en de Porsches van Maes/Tanghe, Menten/Verbergt en Wauters/Wauters kort volgden. In GTB vonden we Ceusters/Jacobs in de ex Lamot-Porsche aan de leiding voor de Ultima van Belgium Racing en de Porsche GT3 RS van Lambert/Lefort, die door het uitvallen van de Thiersen meteen zeker was van de titel in GTB.
Door de neutralisatie kwam de MSE-Mondeo van Van Delm/Neyens – ondanks zijn start vanuit de pitlane en dankzij een felle inhaalrace van Neyens -, aan de leiding in Divisie Toerisme, terwijl Meijers de TB aanvoerde voor Steinberg en Raes nadat Willy Moore zijn versnellingsbak in de poeier draaide. Ook de Mini van Ickx/Van de Velde moest terug vroegtijdig aan de kant met technische averij.
Iets na half koers kregen we dan de tweede neutralisatie nadat Philippe Dentant zijn Porsche loeihard in de banden van de chicane parkeerde.
Op dat moment hadden de meeste protagonisten al hun pitstop doorgevoerd met uitzondering van Goossens, Couwberghs en Kuismanen.
Door het feit dat de pacecar relatief lang op de baan bleef en dat de maximum rijtijd van 75% gevaarlijk in de buurt kwam, moesten deze drie koplopers komen pitten tijdens de neutralisatie. Uiteraard stonden deze bij het buitenrijden van de pitlane voor het rode licht, waardoor ze één ronde aan hun broek kregen van de concurrentie. Zij vielen terug naar respectievelijk een 5de, 6de en 7de plaats in de tussenstand met nog zo een dikke 20 minuten te gaan.
Het ongeval van Dentant was ook de oorzaak dat Kumpen een aanrijding had met een rondtollende BMW Compact. De schade viel mee, waardoor Anthony na de neutralisatie alle registers kon opentrekken en resoluut op zoek ging naar de leidende Viper van Huisman. Op de PSI-Porsche van Vosse, op dat moment 2de, brak een cardan waardoor ze vroegtijdig de wedstrijd moesten beëindigen. Een spijtige zaak, want samen met de RTM-Porsche kleurden ze de wedstrijd.
In GTB brak de versnellingsbak van de Ultima van Qvick, waardoor een zekere podiumplaats in rook opging. Ook het exemplaar van Derdaele/Empsen was in het wedstrijdbegin vooraan te vinden, maar koppelingsproblemen deden hen de das om. Lambert/Lefort hadden inmiddels het commando overgenomen voor Ceusters/Jacobs en de Gastines/De Craene. En deze situatie zou onveranderd blijven tot aan de geblokte vlag.
De eindsprint werd ingezet en op 10 minuten voor het einde kwam Kumpen, ondanks een beschadigde neus, in het zog van Huisman. Even later kon hij met een magistrale inhaalbeweging in de eerste linkse de Hart-Viper van de leiding verdringen. Ook Patrick Selleslagh trok zich behoorlijk uit de slag en kon de Corvette in extremis nog op het podium hijsen.
Even leek het erop dat deze plaats voorbehouden was voor Tim Verbergt, maar de AD-piloot kreeg nog een platvoet te verwerken en moest komen pitten. Zodoende kon Daems de RTM-Porsche nog op een verdienstelijke vierde plaats over de meet laten bollen voor Verbergt, Kuismanen en de broers Wauters. Maes/Tanghe werden als 8ste afgevlagd nadat ze door een foute bandengok héél wat tijd verloren. Winnaars in de Divisie Silhouet, Radermecker/Muytjens en Lambert/Lefort in de Klasse GTB maakten de top 10 vol.
In Divisie Toerisme kon de MSE-Mondeo zijn leidersplaats niet handhaven en hij moest in de BMW’s V8 van Beliën Motorsport en G&A Racing zijn meerdere erkennen. Smets kon naar het einde toe nog de kampioenenwagen verschalken en door deze nieuwe overwinning van Smets/De Keersmaecker verdringen ze de Ford Mondeo van de 3de plaats in het eindklassement. In de klasse TA blijft de Mondeo wel op de 2de plaats voor de G&A-bolide.
In de Klasse TB veranderde de uitslag weinig aan de aktuele tussenstand. Na het uitvallen van de snelle BMW van Moore/Cox kon de Nederlands-Belgische tandem Meijers/Broekmans het commando overnemen. Tot ze door een lekke band de leiding uit handen moesten geven aan het G&A-duo Steinberg/Stevens.
Die hadden eigenlijk aan uitrijden voldoende om de TB-titel binnen te rijven, maar zij konden dit uiteindelijk vieren met een overwinning. Broodcooren/De Coster konden met hun BMW Compact van Belgium Racing nog enigszins een bedreiging vormen voor de tweede eindplaats van de Seat van Hopchet/Sluys. Maar zover is het niet gekomen. De BMW-rijders kenden een probleemrijke wedstrijd en konden in extremis met een afgebroken ophanging nog over de meet strompelen. Daardoor eindigt de Seat als minst snelle wagen van het lot op een schitterende 2de plaats in TB, terwijl men gezien de omstandigheden ook bij Belgium Racing best tevreden is met de derde eindplaats.
In Divisie Silhouet had de MI-Mondeo aan uitrijden voldoende om kampioen te worden. Maar de heren Radermecker/Muytjens wilden eindigen in schoonheid.
Met een schitterende chrono van 1’35”057 bleven ze in de top 10 tussen het GTA-geweld. Ook de wedstrijd werkten ze perfect af en ze finishten 9de algemeen. Ook Van Bellingen/Leyssens (11de algemeen) schitterden met hun
BMW Silhouet. De testen en de evoluties tijdens de afgelopen weken hebben hun vruchten reeds deels afgeworpen en het gat met de Mondeo wordt kleiner. Dat belooft voor volgend seizoen.
Afgelopen zondag werd in het kader van de Belcar Masters op Circuit Zolder de laatste manche verreden van de Mediagroup Van Dyck Belcar 2004. En deze is zeker niet onopgemerkt voorbijgegaan. Een massale crash tijdens de start, een verraderlijke piste en twee neutralisaties waren enkele van de ingrediënten van deze pikante cocktail. Ook weer een ‘net niet’ voor de SRT-Corvette die ten koste van alles het seizoen met een overwinning wou afsluiten. Maar het is alsof er een vloek rust op het blauwe Amerikaanse monster van SRT-Racing.
“Telkens als we meedingen voor de overwinning hebben we pech met één of meerdere safety car-procedures”, analyseert een zichtbaar ontgoochelde SRT-baas, Patrick Selleslagh, een gedeelte van het seizoen. “Eerst tijdens de Spa Euro Race, dan bij het Racing Festival, en nu vandaag opnieuw. Ik weet dat het reglement voor iedereen hetzelfde is, maar we geven hier onvrijwillig twee tot drie overwinningen zomaar uit handen”.
Ondanks het feit dat Franz Lamot tijdens de eerste trainingen de Corvette zwaar in de muur plantte, kon de SRT-crew de wagen terug deftig op zijn poten zetten zodat Marc Goossens voor de zesde maal dit seizoen de Corvette op de pole kon parkeren. Lamot liep bij zijn uitstap enkele kneuzingen op en werd vervangen door teambaas Patrick Selleslagh.
Meteen een streep door de rekening van Bert Longin die nog een pole en een snelste wedstrijdronde op zijn actief moest krijgen om op gelijke hoogte te komen met Anthony Kumpen voor de Wisselbeker Mediagroup Van Dyck Belcar 2004. En dat er voor de pole hard gefietst werd, is overduidelijk, want niet alleen de Corvette, maar ook de Vipers van Kumpen/Longin en Hart/Huisman doken onder de magische grens van 1’30”.
In GTB waren titelpretendenten Lambert/Lefort (Porsche GT3 RS) de snelste trainers voor hun verrassend sterke merkgenoten Ceusters/Jacobs, de Ultima van Belgium Racing (Derdaele/Empsen), de Porsche van Thiers – die hun RS-motor tijdens de vrije training in de poeier draaiden – en de tweede Ultima van Qvick Motors Racing.
In Divisie Toerisme stond naar goede gewoonte de BMW V8 van Severich/ Kenis (TA) op de pole voor G&A-teammakkers Smets/De Keersmaeker (TA), Moore/Cox (TB) en het kersverse kampioenenduo Beliën/Jakobs (TA).
Van Delm/Neyens moesten vanuit de stands vertrekken nadat Peter Van Delm tijdens de trainingen de Mondeo in het decor parkeerde.
En het zou een woelige en nerveuze race worden. Net voor het doven van het rode licht bleek dat polesitter Goossens er een erg lage aanloopsnelheid op nahield, terwijl een paar rijen verder al enkele jongens zoals gebruikelijk recht op het gas stonden.
Uiteraard bepaalt de polesitter de snelheid bij een rollende start. Maar meestal ligt die wat hoger, met als resultaat dat er zich ditmaal een carambolage voordeed in het peloton. Voornaamste slachtoffers van dit voorval waren de Porsches van RTM (Penders/Dujardyn), Speedlover (Tonet/Verhoeven), de broers Thiers, Markant (De Laet/ Vollebergh), de BMW van Kenis/Severich en de Stealth van Van Moerkerke/De Drijver. Olie op de baan en het feit dat een paar ronden verder ook Van Sande van de baan keilde en Hart door de kattenbak ging, besloot men de Safety Car op de baan de sturen.
Na de eerste neutralisatie ging Marc Goossens recht op het gaspedaal staan en hij bouwde een mooie voorsprong uit op de concurrentie. Longin volgde als eerste, maar na een stuurfoutje in het kanaalgedeelte moest hij in de Viper van David Hart zijn meerdere erkennen. Een verrassende Bart Couwbergs gaf de RTM-Porsche biturbo de sporen en vocht een mooi duel uit met merkgenoot Fred Bouvy (PSI), terwijl de Viper van Kuismanen en de Porsches van Maes/Tanghe, Menten/Verbergt en Wauters/Wauters kort volgden. In GTB vonden we Ceusters/Jacobs in de ex Lamot-Porsche aan de leiding voor de Ultima van Belgium Racing en de Porsche GT3 RS van Lambert/Lefort, die door het uitvallen van de Thiersen meteen zeker was van de titel in GTB.
Door de neutralisatie kwam de MSE-Mondeo van Van Delm/Neyens – ondanks zijn start vanuit de pitlane en dankzij een felle inhaalrace van Neyens -, aan de leiding in Divisie Toerisme, terwijl Meijers de TB aanvoerde voor Steinberg en Raes nadat Willy Moore zijn versnellingsbak in de poeier draaide. Ook de Mini van Ickx/Van de Velde moest terug vroegtijdig aan de kant met technische averij.
Iets na half koers kregen we dan de tweede neutralisatie nadat Philippe Dentant zijn Porsche loeihard in de banden van de chicane parkeerde.
Op dat moment hadden de meeste protagonisten al hun pitstop doorgevoerd met uitzondering van Goossens, Couwberghs en Kuismanen.
Door het feit dat de pacecar relatief lang op de baan bleef en dat de maximum rijtijd van 75% gevaarlijk in de buurt kwam, moesten deze drie koplopers komen pitten tijdens de neutralisatie. Uiteraard stonden deze bij het buitenrijden van de pitlane voor het rode licht, waardoor ze één ronde aan hun broek kregen van de concurrentie. Zij vielen terug naar respectievelijk een 5de, 6de en 7de plaats in de tussenstand met nog zo een dikke 20 minuten te gaan.
Het ongeval van Dentant was ook de oorzaak dat Kumpen een aanrijding had met een rondtollende BMW Compact. De schade viel mee, waardoor Anthony na de neutralisatie alle registers kon opentrekken en resoluut op zoek ging naar de leidende Viper van Huisman. Op de PSI-Porsche van Vosse, op dat moment 2de, brak een cardan waardoor ze vroegtijdig de wedstrijd moesten beëindigen. Een spijtige zaak, want samen met de RTM-Porsche kleurden ze de wedstrijd.
In GTB brak de versnellingsbak van de Ultima van Qvick, waardoor een zekere podiumplaats in rook opging. Ook het exemplaar van Derdaele/Empsen was in het wedstrijdbegin vooraan te vinden, maar koppelingsproblemen deden hen de das om. Lambert/Lefort hadden inmiddels het commando overgenomen voor Ceusters/Jacobs en de Gastines/De Craene. En deze situatie zou onveranderd blijven tot aan de geblokte vlag.
De eindsprint werd ingezet en op 10 minuten voor het einde kwam Kumpen, ondanks een beschadigde neus, in het zog van Huisman. Even later kon hij met een magistrale inhaalbeweging in de eerste linkse de Hart-Viper van de leiding verdringen. Ook Patrick Selleslagh trok zich behoorlijk uit de slag en kon de Corvette in extremis nog op het podium hijsen.
Even leek het erop dat deze plaats voorbehouden was voor Tim Verbergt, maar de AD-piloot kreeg nog een platvoet te verwerken en moest komen pitten. Zodoende kon Daems de RTM-Porsche nog op een verdienstelijke vierde plaats over de meet laten bollen voor Verbergt, Kuismanen en de broers Wauters. Maes/Tanghe werden als 8ste afgevlagd nadat ze door een foute bandengok héél wat tijd verloren. Winnaars in de Divisie Silhouet, Radermecker/Muytjens en Lambert/Lefort in de Klasse GTB maakten de top 10 vol.
In Divisie Toerisme kon de MSE-Mondeo zijn leidersplaats niet handhaven en hij moest in de BMW’s V8 van Beliën Motorsport en G&A Racing zijn meerdere erkennen. Smets kon naar het einde toe nog de kampioenenwagen verschalken en door deze nieuwe overwinning van Smets/De Keersmaecker verdringen ze de Ford Mondeo van de 3de plaats in het eindklassement. In de klasse TA blijft de Mondeo wel op de 2de plaats voor de G&A-bolide.
In de Klasse TB veranderde de uitslag weinig aan de aktuele tussenstand. Na het uitvallen van de snelle BMW van Moore/Cox kon de Nederlands-Belgische tandem Meijers/Broekmans het commando overnemen. Tot ze door een lekke band de leiding uit handen moesten geven aan het G&A-duo Steinberg/Stevens.
Die hadden eigenlijk aan uitrijden voldoende om de TB-titel binnen te rijven, maar zij konden dit uiteindelijk vieren met een overwinning. Broodcooren/De Coster konden met hun BMW Compact van Belgium Racing nog enigszins een bedreiging vormen voor de tweede eindplaats van de Seat van Hopchet/Sluys. Maar zover is het niet gekomen. De BMW-rijders kenden een probleemrijke wedstrijd en konden in extremis met een afgebroken ophanging nog over de meet strompelen. Daardoor eindigt de Seat als minst snelle wagen van het lot op een schitterende 2de plaats in TB, terwijl men gezien de omstandigheden ook bij Belgium Racing best tevreden is met de derde eindplaats.
In Divisie Silhouet had de MI-Mondeo aan uitrijden voldoende om kampioen te worden. Maar de heren Radermecker/Muytjens wilden eindigen in schoonheid.
Met een schitterende chrono van 1’35”057 bleven ze in de top 10 tussen het GTA-geweld. Ook de wedstrijd werkten ze perfect af en ze finishten 9de algemeen. Ook Van Bellingen/Leyssens (11de algemeen) schitterden met hun
BMW Silhouet. De testen en de evoluties tijdens de afgelopen weken hebben hun vruchten reeds deels afgeworpen en het gat met de Mondeo wordt kleiner. Dat belooft voor volgend seizoen.