......
Quote:
Lammers heeft tot dan toe in zijn Formule 1-loopbaan weinig geluk gekend. Zijn debuut in 1979 in de Shadow-Ford was redelijk, maar het vervolg bij ATS, Ensign en Theodore kende te weinig hoogtepunten. De Nederlandse GP van 3 juli 1982 op het circuit van Zandvoort was zijn 21e en laatste GP. Na jaren van teleurstellingen had hij zich eind jaren tachtig na een aantal vruchteloze onderhandelingen bij onder meer Toleman en Ligier gedesillusioneerd afgewend van de Formule 1. Dus toen Ken Tyrrell hem aanbod in 1989 Michele Alboreto te vervangen tegen een gage van 50.000 dollar, zei Lammers ‘nee, dank je’. ,,Ik had het in de Formule 1 al zo vaak geprobeerd’’., kijkt Lammers terug. ,,Bij Toyota voelde ik me gewaardeerd, ik verdiende er veel geld. Ik was er op mijn plaats.’’ Terugblikkend zegt hij op Cruijffiaanse wijze: ,,Ik heb altijd op de juiste momenten de verkeerde beslissing genomen en op de verkeerde momenten de juiste beslissing.
Tien jaar na zijn laatste GP en drie jaar na zijn ‘nee’ tegen Tyrrell, is Lammer als een blad aan een boom omgedraaid. Wanneer hij in contact komt met Vollenberg heeft de Zandvoorter wel oren naar een terugkeer in de Formule 1. Vollenberg daarentegen in sceptisch. Niet alleen is het op dat moment elke race weer de vraag of March de rekeningen kan betalen, ook wil hij zijn partners niet de indruk geven dat hij een landgenoot zit te pushen. Het is dan ook op initiatief van Lammers dat er een gesprek komt, in Bicester. Wanneer Vollenberg vertelt wat een rijder bij March moet inbrengen om achter het stuur te zitten, weet Lammers wat hem te doen staat. Ze bespreken de mogelijkheden in het Brabantse kantoor van Vollenberg en becijferen dat het mogelijk moet zijn om Lammer is de wagen te krijgen.
Met man en macht (bevriende zakenrelaties, schenken, leningen, circuit-directeur Hans Ernst gaat op sponsorjacht) zet de Nederlandse autosport zich vervolgens achter Lammer om die 400.000 dollar voor Suzuka en Adelaide te vinden. Het lukt. Een paar rondjes in de March tijdens de Marlboro Masters op 2 augustus zorgt voor de ‘beneveling’ en een ‘positieve hype’. De dan 21-jarige Mark Koense (Lammers’ latere compagnon in het Racing for Holland-project) heeft ondertussen het kledingmerk Mex bereid gevonden 50.000 gulden neer te tellen. Een ‘hele knappe prestatie van Koense’, meent Lammers. Ook Marlboro Nederland maakt geld over.
,,De auto voelde heel goed’’, weet Lammers zich nog te herinneren van de eerste rondjes in zijn eigen achtertuin. ,,Hij was dan ook gebouwd door Adrian Newey natuurlijk. Er was alleen een probleem met schakelen, vooral als hij begon te wringen midden in middenin de bocht.’’ Op 21 augustus ondertekenen Lammers en Vollenberg het contract voor de laatste twee races van het seizoen. Lammer is terug in de Formule 1. In die tussentijd zijn er maar liefst 162 Grands Prix verreden.
Vollenberg is ook vol goede moed als hij naast de baan van Zandvoort kijkt naar de verrichtingen van Lammers. Hij vertelt de verzamelde pers dat er voor volgend seizoen al 22 miljoen dollaar beschikbaar is, meer dan de 6,5 miljoen dollaar waar March het in ‘92 mee moet doen. ,,Deze onderneming wordt geen losse flodder’’, verzekert hij de journalisten. Vollenberg vliegt vele malen op-en-neer naar Milaan om te onderhandelen met vertegenwoordigers van Tamoil, de Libische oliemaatschappij. Hij zal er daarom niet bij zijn als Lammer zijn 2 GP’s rijdt. Dat het fout loopt met die onderhandelingen weet Vollenberg dan nog niet.
Op het moment dat hij met de journalisten praat weten weinigen wat Vollenberg aan het doen is. Weinigen vinden het ook interessant, de blik is immer gericht op vandaag, de comeback. Tegen Algemeen Dagblad zegt Lammers dat hij ‘een uitdaging’ nodig heeft, dat de coureur in hem weer boven is gekomen en dat hij beseft dat de kans op mislukking groot is, misschien wel tachtig procent. Veel mogelijkheden heeft hij niet, dus met March moet hij het doen. ‘Ik ben nu niet in balbezit in de Formule 1’, zegt hij. ‘Het is nu of nooit’.
Vlak nadat March en Lammer hebben gereden tijdens de bandentest van Goodyear op het Portugese circuit van Estoril vertrekt het armlastige team naar Japan. Lammers is opgetogen als hij de voor hem zo bekende paddock van Suzuka binnenstapt. Hij voelt zich meer in de Formule 1 thuis dan ooit. Niet meer geïntimideerd, vrijer. ‘Toen ik jong was, wilde ik zo graag de Formule 1 in’, vertelt Lammers begin september aan het Engelse tijdschrift Autosport. Ik was haast wanhopig. Bovendien had ik het idiote idee dat je ook ervaring op kon doen met een slechte auto in een slecht team. Je denkt er niet eens aan dat je buiten de boot kan vallen in de Formule 1. Je denkt alleen maar dat je het goed zal doen en dat je vanzelf wel in een beter team komt.’
,,Maar nu had ik een open blik’’, zegt Lammer over Suzuka ’92. ,,Terwijl ik enorm tegen die Formule 1 opkeek toen ik 23 was. Want dan sta je daar plotseling op de grid naast Niki Lauda, je grote held van vroeger. Maar dat was nu anders. Ik kon voor het eerst echt genieten van de Formule 1. Ik was één met mijn omgeving. Bovendien zag en hoorde ik alles en iedereen terwijl ik in 1979 in een roes zat, in een tunneltje. De helft van wat er toen gebeurde ging aan me voorbij zonder dat ik het in de gaten had. En nu lachte iedereen zich natuurlijk rot omdat ik terugkeerde na zo lang weg te zijn geweest. Van Mansell en Prost tot Patrese, jongens met wie ik ook in mijn eerste periode op de grid stond. Ik kon merken dat ze vonden dat ik wel een beetje in de Formule 1 thuishoorde.’’
Eén met zijn omgeving, een redelijke auto en een circuit dat hij goed kent: er kan een leuke stunt in de maak zijn. Zelf doet Lammer niet aan verwachtingen. Gelukkig maar, want na de eerste dag vrije trainingen laat hij als snelste tijd 1:44.075 noteren, goed voor een 23e plaats. Problemen met de versnellingsbak zijn de oorzaak van de trage rondetijd.
Maar zaterdag regent het en dan is Lammers in zijn element. Het motorvermogen van de March doet er niet meer toe. Lammers is ’s morgens sensationeel zesde, achter Nigel Mansell en Riccardo Patrese in de oppermachtige Williams-Renault. Ayrton Senna en Gerhard Berger in de McLarens en de Benetton van Michael Schumacher. Die zesde plek maakt indruk, dat weet Lammers gewoon. ,,Na tien jaar terug, het regent en dan pof, zesde. Dan weet je gelijk: die kan rijden. Tenminste, die conclusie zou ik treken en ik wet zeker dat anderen dat ook doen/’’
Jammer genoeg voor Lammers klaart het ’s middags op en dus komt hij niet verder dan een 23e tijd. In de warm-up de volgende dag staat hij langs de kant met een defecte koppeling en daardoor mist hij de ervaring met volle tanks te rijden. Het gemis laat zich voelen als de race van start gaat. De afstelling is niet optimaal en ook de bak begint al ras kuren te vertonen. Hij duelleert nog wel met het Finse talent JJ Lehto in de Dallara-Ferrari, maar dat is het wel een beetje. Lammers rijdt in de achterhoede terwijl de bak steeds slechter en slechter wordt. De eerste versnelling weigert dienst, dan de derde en ook de vierde. Ook geeft de koppeling na vijftien ronden de geest. In de 28e ronde komt hij binnen voor een bandenstop. ‘Toen ik weer weg wilde rijden, bleek mijn koppeling het helemaal begeven te hebben’, vertelt hij het plukje Nederlandse journalisten na afloop. ‘Het enige wat ik kon doen was hem een ram verkopen waardoor ik met horten en storten weer verder kon’.
|
__________________
Confidentiality Notice: This communication and any accompanying attachments contain confidential information intended for a specific individual and purpose. This communication is private and protected by law. If you are not the intended recipient, you are hereby respectfully notified that any disclosures, copying, forwarding or distribution, or the taking of any action based on the contents of this communication is strictly prohibited.
|