Quote:
Drie minuten later is het voorbij. Lammers parkeert de March in het gras en hij kan lopend terug naar de pit. ,,nou dat is het dan, denk je op dat moment. Dit is de score dus. Ik was tevreden, had voor mijn gevoel maximaal gepresteerd. Misschien was die bak al drie keer over de toegestane kilometerstand heen.’’
Twee weken later mag Lammer het opnieuw proberen, in het Australische Adelaide, de laatste GP van het seizoen. En opnieuw loopt Lammers tegen de gevolgen van het geldgebrek op. In de eerste vrije trainingen rijdt hij in de tweede bocht rechtdoor omdat de remmen weigeren. Hij kan de wagen nog net laten uitrollen, maar dan slaat de motor af en omdat de wagen volgens de reglementen niet meer mag worden aangeduwd, is de sessie voorbij voordat hij goed en wel begonnen is. ‘Ik was zo kwaad dat de stoom bij wijze van spreken uit mijn oren kwam. Het was een beetje lachwekkend’, vertelt hij De Telegraaf. Lammer begint als 25e aan de race.
Dit keer houdt de wagen het langer vol. Lammer begint de race wat moeizaam omdat hij verstrikt raakt in de nasleep van een startcrash tussen Pierluigi Martini in de Dallara-Ferrari, Olivier Grouillard in de Tyrrell en Footwork-coureur Michele Alboreto. Hij verliest de aansluiting met de rest van het veld, maar zo’n beetje halverwege hervindt Lammers zijn tempo. Lange tijd rijdt hij dezelfde rondetijden als de top-zes. Totdat hij lichamelijke problemen krijgt.
Want in tegenstelling tot Suzuka kent hij het stratencircuit van Adelaide niet goed. Hij krijgt kramp in zijn rechterbeen. Zijn stoel is niet juist afgesteld en omdat hij weinig heeft getest en nooit langer dan een uur achtereen heeft gereden, komt dat nu pas aan het licht. ,,Ik kon op een gegeven moment niet eens het gaspedaal meer tot de bodem indrukken. In het begin kon ik het nog wel wegduwen, maar later lukte dat niet meer. Kwam mijn voet gewoon omhoog. Uiteindelijk kwam ik als twaalfde over de finish, op vier ronden van winnaar Gerhard Berger.’’
Elf jaar later is hij blij dat hij die races heeft gereden, ofschoon het niet veel glorie heeft opgeleverd. Toch is Lammers erg te spreken over de comeback. Het beeld dat er van hem bestond heeft hij kunnen bijstellen. Nu heeft hij de indruk dat kenners zien dat hij in de tussenliggende jaren de capaciteiten ook wel had, en dat er misschien meer in had gezeten, maar dat er om verschillende redenen nooit van gekomen is. Anders had men toch anders naar mijn Formule 1-loopbaan gekeken.’’
Na Adelaide is de blik gericht op het Zuid-Afrikaanse Kyalami; de eerste race van 1993. Maar de vooruitzichten zijn op z’n zachtst gezegd niet echt florissant. Toch gaat Lammers er voor. Want, zo zegt Lammers, hij wil niet op zijn 95e met een denkentje over zijn schoot zitten en denken dat hij het misschien toch nog een keer had moeten proberen. ,,Ik wist wel dat het toen speculatief handelen was en dat de rekeningen als confetti binnenkwamen. Maar ik hield me vast aan de gedachte dat er in het verleden ook teams waren gered. March paste in een buyer’s market van die dagen en er waren geïnteresseerden die er verder mee zouden kunnen gaan. En ik wilde ook verder. Want ik reed die twee races om in 1993 aan de start te staan. Dit was mijn kans.’’
Het is februari 1993. De openingsrace staat voor de deur. Superster Ayrton Senna bakkeleit met McLaren-teambaas Ron Dennis over een contract en zijn aartsrivaal Alain Prost maakt na een jaar en tussenuit te zijn geweest op het circuit van Kyalami zijn comeback. Als zij zich opmaken voor hun seizoen, treffen ook March en Jan Lammers in Zuid-Afrika voorbereidingen op de seizoensoverture. Het verloopt verre van vlekkeloos.
De meeste team kijken in deze periode altijd verwachtingsvol naar de komende races, maar bij March is het inmiddels duidelijk dat het evenals de voorgaande jaren moeilijk zal worden. March moet nog altijd een beroep doen op betalende rijders en het straatarme team heeft naast Lammers de Fransman Jean-Marc Gounon aangemeld bij de FIA. Een fikse tegenvaller voor Vollenberg, want tot twee keer toe leek het er gedurende de wintermaanden op dat een kapitaalkrachtige sponsor het team uit het moeras zou trekken.
Op 2 augustus 1992, als Lammers tijdens de Marlboro Masters in Zandvoort zijn eerste ronden in de March rijdt, is Henny Vollenberg al een maan in gesprek met vertegenwoordigers van de Libische oliemaatschappij Tamoil. De onderhandelingen verlopen voortvarend. Zo goed zelfs dat Vollenberg in Zandvoort als durft te zeggen dat ‘het plaatje’ er voor volgend jaar goed uit ziet en dat March een budget heeft van meer dan 22 miljoen dollar. Maar ofschoon het er van de buitenkant goed uit ziet, zijn de eerste scheuren niet meer ver weg.
Het verhaal Tamoil & March begint als Vollenberg in juli wordt benaderd door een man uit Italië die zegt te spreken in naam van de Libische oliemaatschappij. De man vertelt over plannen van de olieproducent om een Europees netwerk van pompstations op te zetten en om die operatie te ondersteunen wil Tamoil een Formule 1-team sponsoren. Het oog is gevallen op March.
Vollenberg heeft wel oren naar de plannen van Tamoil en hij vlieg tussen de Grand Prix’ door naar het kantoor van de tussenpersoon in de Italianse havenplaats Livorno. Als hij de kamer van de man betreedt, ziet hij op het bureau ook de presentatiemap van Minardi liggen. De ‘invalide man die rondloopt met een kruk’ vertelt dat Tamoil drie jaar lang dertig miljoen dollar per jaar in March wil steken. Vollenberg denkt: ‘dit is de reddende engel’. Ook aanwezig is een ‘perfect geklede man uit Monaco’, zoals Vollenberg hem elf jaar later beschrijft. Hij is met een privévliegtuig met Tamoil-logo uit Monaco gekomen. De volgende afspraken hebben allemaal plaats in viersterren-hotel Michelangelo aan de Via Scarlatti 33 te Milaan. ,,De presentatie van het Tamoil Formule 1-team zou in Milaan plaatshebben.
De onderhandelingen duren lang, maar Vollenberg maakt zich geen zorgen want het ziet er allemaal goed uit. De stempels die onder het contract staan zijn officieel en de ondertekening heeft plaats in de Kamer van Koophandel in Rome. Als beide partijen vervolgens naar Lugano gaan om de stukken te laten bekijken door een Zwitserse bank, neemt Vollenberg een bevriende zakenrelatie uit Brescia mee. Hij denkt: Italianen zullen elkaar niet zo snel belazeren. De zakenrelatie zegt: ‘Het zit goed, die tussenpersoon en ik hebben hetzelfde sterrenbeeld’. De bevriende zakenrelatie krijgt vervolgens een aanbod van één miljoen dollar om March de komende drie seizoenen te controleren. Hij moet nu wel even 25.000 dollar commissie betalen aan de twee tussenpersonen. De man uit Brescia betaalt.
Vollenberg heeft er geen moeite mee dat Tamoil de uitgaven wil checken. Als hij goed zaken kan doen en het geld komt op tijd, dan mag iedereen hem controleren. Bovendien bevestigen de Zwitserse bankemployés dat ze de mannen kennen en dat ze inderdaad in naam van Tamoil onderhandelen. Vollenberg ken helemaal geen twijfels meer als ook ING Nederlands niets vreemds kan ontdekken en de deal wel wil verzekeren voor 18 miljoen dollar.
Het is daarom nu zaak de commissie voor die tussenpersonen bij elkaar te krijgen. Maar waar haalt een armlastig team als March zo snel 400.000 dollar vandaan? Ook daar vindt Vollenberg een oplossing voor. Hij stapt eind september naar bandenleverancier Goodyear en motorenbouwer Ilmor. Als zij akkoord gaan, kan hij hun betalingen uitstellen tot na de ondertekening van het immense sponsorcontract. Goodyear en Ilmor stemmen met het plan in en March maakt het geld eind november over naar Italië.
Maar vanaf dat moment verlopen de zaken tussen Tamoil en March niet meer zo soepel. Allerlei dingetjes gaan plotseling mis. Maar echt alarm slaat Vollenberg nog niet, want de mannen laten hem per vliegtuig ophalen om de misverstanden uit de weg te ruimen en tja, als je de boel oplicht dan vertrek je toch met de noorderzon als je het geld op je rekening hebt staan, niet dan? Bovendien bleven de mannen on speaking terms met Vollenberg en zolang dat het geval is, ‘weet je niet wat er aan de hand is’. Maar als de kreupele man plotseling niet meer te bereiken is krijgt Vollenberg door dat March er is ‘ingeluisd’.
Direct pakt hij de auto in zijn woonplaats Sint Anthonis, rijdt de ruim 1200 kilometer naar Livorno en treft de kreupele man aan in zijn kantoor. Maar nog voordat hij hem bij wijze van spreken naar de strot kan vliegen, adviseert het kantoorpersoneel Vollenberg snel terug naar Nederland te gaan, ‘anders moet er misschien wel een aantal maatregelen getroffen worden’. ,,Dus toen ben ik naar Brescia gereden, naar die zakenrelatie’’, keert Vollenberg terug in de tijd. ,,Die heeft er een advocaat op gezet, die vervolgens is bedreigd en daarna adviseerde de politie ons het verlies maar te pakken en ons maar niet meer te laten zien. Complete maffia.’’
|
.......
__________________
Confidentiality Notice: This communication and any accompanying attachments contain confidential information intended for a specific individual and purpose. This communication is private and protected by law. If you are not the intended recipient, you are hereby respectfully notified that any disclosures, copying, forwarding or distribution, or the taking of any action based on the contents of this communication is strictly prohibited.
|