Dit gaat een lang verhaal worden vrees ik. Als je het te lang vindt sla je het maar over
Waar moet ik beginnen? In 1963 (ik was toen 3 jaar) werd mijn jongste broer geboren en ook ik viel daarbij in de prijzen : van puur contentement dat hij nu 2 zonen had kocht mijn pa me een Carrera racebaan. De bijgeleverde wagens waren een rode Ferrari 156 "sharknose" en een blauwe Porsche F1. Zo werd mijn interesse voor F1 gewekt.
Maar ik had ook een Corgi Toys "racetransporter Ecurie Ecosse" gekregen met daarbij 3 Lotus-racewagens. En blijkbaar bevielen mij die het meest want ik werd een Jim Clark fan.
Dat was mijn allereerste held. Ik herinner me vaag TV-beelden van Monaco 1965, de enige GP die toendertijd live op TV uitgegeven werd (denk ik).
Toen Clark in 1968 om het leven kwam was terzelfdertijd ook de periode Jackie Ickx aangebroken. Natuurlijk werd hij mijn nieuwe favoriet en dat is hij gebleven tot hij ermee ophield in 1979. Maar ik moet wel zeggen dat mijn favoriete wagen vanaf 1972 de JPS Lotus was. Die voorliefde voor Lotus zat er nog steeds in en zal later een rode draad doorheen mijn 40 jarige carriere als F1-fan blijken te zijn. Ik ben trouwens ook op 12-13 jarige leeftijd JPS sigaretten beginnen roken, niet omdat de tabak me smaakte maar omdat de pakjes zo prachtig waren, en de sigaretten ook!
Hoe dan ook, toen Ickx ermee ophield was er een zekere Gilles Villeneuve die de hoofdrol opnam in mijn favorieten-soap. Niemand heeft ooit gereden als Gilles, hij was de man die voor het spectacel zorgde, die nooit opgaf, zelfs niet als er maar 3 wielen meer aan zijn Ferrari hingen, en het meest memorabele moment uit de ganse F1-geschiedenis zal altijd het duel om de 2e plaats blijven in de GP van Frankrijk 1979. Ik denk dat ik die laatste ronden al zo'n 100 keer gezien heb en nog steeds krijg ik rillingen als ik er opnieuw naar kijk... In die periode was ik natuurlijk meer Ferrari-fan, alhoewel ook nog steeds de Lotus van Andretti tot mijn favoriete wagens behoorde.
In 1982 kwam dan de eerste echte slag. Clark's dood had me als 8-jarige nog niet zo erg getroffen, maar toen Gilles in Zolder verongelukte ben ik een aantal jaren in een zwart gat gevallen. De rest van 1982 en 1983 konden me maar matig boeien, alhoewel Rosberg serieus zijn best deed om me te bekoren.
Maar toen kwam 1984. En dan met name Monaco. Uit het achterveld kwam de toen nog zo goed als onbekende Senna de Silva opzetten en werd Prost's voorsprong zienderogen kleiner. Bellof kon trouwens ook goed het spoor van Senna volgen die dag, ik denk dat Stefan qua talent op gelijke hoogte van Ayrton stond. Maar hij heeft het niet lang kunnen bewijzen. Ayrton wel natuurlijk. En uitgerekend Ickx, mijn vroegere held vlagde de wedstrijd een ronde te vroeg af om senna de overwinning te gunnen. Jammer, maar zoals geweten heeft Ayrton zijn schade ruimschoots ingehaald achteraf en vooral in Monaco was hij heer en meester.
En samen met Boutsen, die dan vooral mijn chauvenisme wat aanzwengelde, was Senna mijn absolute topfavoriet van 1984 (voor een gedeelte weer in de JPS Lotus tot mijn grote vreugde) tot 1994... Toen mijn tweede zware slag kwam. Weer moest ik machteloos toezien hoe mijn held op het toppunt van zijn kunnen abrupt onttrokken werd uit onze wereld. Nog groter was zo mogelijk mijn verslagenheid. Ik heb de ganse week na 1 mei verlof genomen en thuis gezeten. Alles wat met Senna te maken had op TV heb ik bekeken en opgenomen op video. Tot vandaag toe heb ik de ganse begrafenis van Ayrton integraal op video. Niet dat ik dat zo graag opnieuw bekijk want ik heb ze nooit meer herbekeken, maar gewoon als eerbetoon.
Bovendien woonde ik toen nog in Duitsland. En in die week kreeg ik langs alle kanten te horen dat "der Schumi" sowieso stukken beter was dan Senna en dat Senna eigenlijk van geluk mocht spreken dat hij de rechtstreekse confrontatie niet kunnen aangaan had. Het moge duidelijk zijn dat Schumacher, de anti-Senna, nooit mijn favoriet KON zijn : het zou als VERRAAD aanvoelen om voor hem te supporteren. Bovendien maakte Schumacher het me niet al te moeilijk door naast de piste erg arrogant over te komen, hoewel ik zijn talent als piloot niet kan ontkennen. Maar daar gaat het nu niet over.
Na Senna heeft Hill de fakkel overgenomen voor mij. Niet omdat hij zo supergoed was, maar wel omdat hij het Schumacher moeilijk kon maken. En na hem Villeneuve, van wie ik eigenljk stiekem gehoopt had dat hij in zijn vaders voetsporen zou treden, maar dat is er eigenlijk nooit van gekomen, hoewel hij wél en Gilles geen WK geworden is.
Na Villeneuve hebben Häkkinen, Raikkonen en Montoya de rol van de Schumacher-antagonist overgenomen. Maar zelfs die mannen komen nog niet aan de hielen van Gilles of Ayrton. Raikkonen en Montoya moeten misschien nog veel leren en zullen die rol misschien ooit kunnen waarmaken. Maar als ze er te lang mee wachten zal Alonso die rol opeisen, want in die jongen begin ik de spirit van Gilles en Ayrton te herkennen. Hopelijk kan hij waarmaken wat ik van hem verwacht...