11 maart een dag om nooit te vergeten
De reeks bomaanslagen donderdagochtend op treinen en treinstations in Madrid heeft aan minstens 186 mensen het leven gekost. Meer dan duizend mensen liepen bij de aanslagen verwondingen op. De aanslagen zijn de bloedigste uit de Spaanse geschiedenis.
Niemand heeft de verantwoordelijkheid opgeëist, maar de verdenking ging onmiddellijk uit naar de Baskische terreurorganisatie ETA. Die zou door de Spaanse autoriteiten in het nauw zijn gedreven en nu naar ongekend zware middelen hebben gegrepen.
"De ETA was uit op een bloedbad in Spanje", zei minister van binnenlandse zaken Angel Acebes na een spoedzitting van het kabinet. "Helaas heeft zij haar doel vandaag bereikt." Acebes zei dat de veiligheidsdiensten ervan overtuigd zijn dat de ETA achter de aanslagen zit.
De premier van de Baskische regionale regering, Juan José Ibarretxe, sprak zijn afschuw uit over de aanslagen. Hij bezwoer dat de ETA niet het Baskische volk vertegenwoordigt. "Telkens wanneer de ETA een aanslag pleegt, breekt het Baskische hart in duizend stukken", zei hij in Vitoria.
"Dit is een van die dagen die je niet zou willen doormaken", zei Jesus Caldera, woordvoerder van de socialistische oppositiepartij PSOE, die de ETA uitmaakte voor "beesten".
Na de aanslagen is nog niemand gearresteerd. Frankrijk, lang een uitwijkplaats voor ETA-leden maar nu Spanje behulpzaam in de strijd tegen de beweging, verscherpte onmiddellijk de controles aan de grens.
|