Review Belcar First Race: A+Racing

[P De Sonville]

Tevreden over debuut met Dodge Viper in GT3

Tom van de Plas en Wim Lumbeeck kijken tevreden terug op eerste wedstrijd van de Mediagroep Van Dyck Belcar. Maar de korte inloopperiode laat nog wat sporen na. Het ontbreekt hen nog aan testkilometers en het is voorlopig nog zoeken naar de ideale set up van de Amerikaanse krachtpatser.

Tom Van de Plas: “Na de eerste officiële training was ik voorzichtig tevreden. We hadden de set up van de wagen veranderd, maar blijkbaar was hij achteraan iets te hard afgeveerd. En dat gaf niet het gewenste resultaat. Tijdens de tweede chronosessie wou ik de tijd nog wat scherper zetten, maar maakte daarbij tijdens de opwarmingsronde een uitschuiver over aarde en koelvloeistof die een andere wagen had achtergelaten. Ik voelde dat een chrono van 1’38” mogelijk was, maar de piste lag te vuil om nog verdere risico’s te nemen. Wat de uitslag betreft had ik vooropgesteld dat een top 15 goed was en een top 10 super. We zijn 14de en gezien de progressie die we nog kunnen maken zijn we tevreden. De wagen is wel enorm gulzig en naar het einde van de wedstrijd toe zat ik compleet door de remmen. Ik moest steeds pompen. Daar moeten we nu werk van maken. Toen ik het stuur van Wim overnam kon ik rondjes draaien van 1’40”. Maar door de remproblemen moest ik het tempo laten zakken. Ook het geven van tussengas heb ik nog niet perfect onder de knie en daar laat ik ook enkele tienden liggen. Stephanie Boden daarentegen beheerst dat perfect en je merkt dat ook aan haar knappe rondetijden. Enkele details, met grote gevolgen, moeten nog worden bijgeschaafd. Zowel ikzelf als Alexandra op de andere Viper van het team hadden problemen met de toevoer van de drank. Ik was kapot naar het einde van de wedstrijd en dat heeft me een aantal plaatsen gekost”.

Wim Lumbeeck nam naar eigen zeggen een voorzichtige start.
“Ik had geen zin in brokken en heb tijdens de eerste ronden even de kat uit de boom gekeken. Dat heeft me uiteraard wat plaatsen gekost. Eenmaal in het ritme kon ik de rondetijden doen zakken tot 1’38”356 en won zodoende terug terrein. En daar ben ik voorlopig tevreden mee. Uiteraard moet het nog sneller in de toekomst. Maar als ik de tijden van de andere Vipers bekijk zitten we toch héél dicht bij elkaar. Op uitzondering van het exemplaar van GS Motorsport. Maar die hadden de wagen één maand vroeger en staan een pak verder dan wij. En het duo Heyer/J. Thomas zijn daarenboven ook snelle jongens. Aan de finish waren we de tweede Viper op vijf. We hebben dus geen reden tot klagen. Nu moeten we hard werken om richting 1’37” te gaan op Circuit Zolder. Je voelt gewoon dat de wagen nog progressie kan maken. En dan kunnen we vol gaan voor een plaats binnen de top 10. Verder kan ik alleen maar zeggen dat Tom en ikzelf ongeveer even sterk zijn en een homogeen team vormen. We verstaan elkaar goed en van interne competitie is geen sprake”.